2.1.2 Geen toetsenbordval (A)

Gebruikers die enkel het toetsenbord kunnen gebruiken, mogen niet vast komen te zitten op een bepaalde plaats op een pagina of in de interface.

 

Wat is het verschil met succescriterium 2.1.1 Toetsenbord?

Dit succescriterium is nauw verwant met 2.1.1 Toetsenbord. Het gaat dieper in op een specifiek probleem dat optreedt wanneer niet alle functionaliteiten op een webpagina bruikbaar zijn met het toetsenbord.

WCAG omschrijft dit probleem als een ‘toetsenbordval’. Dat is een Engelse vertaling van ‘keyboard trap’.

Dit is een typische situatie waarin een toetsenbordval kan ontstaan:

  • Met een druk op de Enter-toets of de spatiebalk activeert een gebruiker een link of een knop, waarna een dialoogvenster verschijnt.
  • Om het dialoogvenster vervolgens weer te sluiten (om opnieuw te kunnen interacteren met de onderliggende pagina) moet de gebruiker op een knop met een kruisje (‘Sluit’) klikken.
  • Als deze knop niet bereikbaar of activeerbaar is met het toetsenbord, spreken we over een toetsenbordval; de gebruiker zit dan ‘gevangen’ in het dialoogvenster.

WCAG schrijft verder nog voor dat je de gebruiker moet informeren over hoe de focus verplaatst kan worden naar een knop of link als daar een afwijkende handeling of sneltoets voor nodig is. Dat komt in de praktijk echter zelden voor.