3.3.1 Fout-identificatie (A)

Als een gebruiker een automatisch detecteerbare fout maakt tijdens het invullen van een formulier, dan wordt de gemaakte fout ook (minstens) tekstueel meegedeeld aan de gebruiker.

Als een formulier niet (goed) werd ingevuld, worden ontbrekende of fout ingevoerde gegevens gewoonlijk gemarkeerd met een icoon of een gekleurde rand. Omschrijf de gemaakte fouten ook tekstueel.

Voorbeelden:

  • “Het nationaal nummer dat u ingevuld heeft, is niet correct gevormd.”
  • “Dit e-mailadres is ongeldig.”
  • “U heeft geen huisnummer ingevuld.”
 

Waar moeten de foutmeldingen geplaatst worden?

WCAG omschrijft niet precies waar die foutmeldingen geplaatst moeten worden (gegroepeerd of bij het veld zelf). De methode die best werkt, hangt af van de complexiteit van het formulier en van de manier waarop gegevens gecontroleerd worden: meteen tijdens het invullen of pas na het verzenden van het formulier. In onze artikels vindt u praktische tips.