Tekstalternatieven voor niet-tekstuele inhoud zijn een belangrijk onderdeel van toegankelijkheid. Het kan echter ook andersom: in sommige gevallen gebruik je juist een niet-tekstueel alternatief voor de tekst op een pagina. Denk aan een filmpje waarin een complex begrip eenvoudig wordt uitgelegd of een vertaling van de tekst in gebarentaal. Als alle informatie ook in de tekst staat, is dat multimediabestand een ‘media-alternatief voor tekst’.

Wanneer geldt een bestand als een media-alternatief?

Als het mediabestand niet méér informatie bevat dan al in de tekst wordt gepresenteerd (direct of via tekstalternatieven), kun je het zien als een media-alternatief voor de tekst. Het multimedia-bestand moet wel als zodanig zijn gelabeld. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld het korte tekstuele alternatief. Geef aan dat het om een media-alternatief gaan en geef aan waar de bijbehorende tekst staat.

Media-alternatieven kunnen bestaan uit:

  • alleen geluid
  • alleen bewegend beeld
  • een combinatie van audio en video

Welke toegankelijkheidseisen zijn niet van toepassing bij een media-alternatief?

Als een bepaald multimedia-bestand gezien kan worden als media-alternatief voor tekst hoeft voor dat bestand aan de volgende eisen niet worden voldaan, mits het bestand duidelijk is gelabeld als media-alternatief: